-->

Riesling

Riesling

Origine

De Riesling groeit in alle Duitse wijngebieden en beslaat een oppervlakte van ruim 23.000 hectare. Hij belichaamt als geen andere druif de Duitse wijncultuur.

Deze kwaliteitsdruif is ook in Frankrijk zeer geliefd en wordt in de Elzas 'de koning(in) van de druiven' genoemd. Hij wordt ook geteeld in Oostenrijk, Noord-Italië, Luxemburg en zelfs in Australië en Nieuw-Zeeland.

Geschiedenis

Verwijzingen naar verspreiding zijn bekend uit het einde van de 15e eeuw en uit de eerste helft van de 16e. Riesling behoorde ook in de 17e en 18e eeuw al tot de aanbevolen druivenrassen. Nog altijd vraagt men zich af waar de naam precies vandaan komt. Heeft het woord Riesling te maken met ‘verrieseln’ (vroegtijdig afvallen van druifjes), met ‘reissend’ (hoog) zuur, met edel ‘Reis’ (twijg) of met ‘Rusling’ (donker hout)? Internationaal staat hij bekend als Rheinriesling, terwijl in Baden het synoniem Klingelberger gebruikt mag worden. Met de Welschriesling, die ondermeer in Oostenrijk, Italië en Slovenië geteeld wordt, heeft de Duitse Weisser Riesling niets gemeen.

Teelt

De Riesling is een langzaam rijpend ras, dat gekenmerkt wordt door een fruitig zuur. Daarom is hij voorbestemd voor de noordelijke gebieden, waar hij in de late herfstzon zijn rijping voltooit. Hij stelt de hoogste eisen aan de ligging van de wijngaard, maar geringe aan de bodem. Afhankelijk van bodem en microklimaat geeft hij heel uiteenlopende wijnen. Optimale condities bieden de stenige steile hellingen langs de rivierdalen die goed warmte kunnen opslaan.

Vinificatie en smaak

Rieslingwijnen zijn er in alle soorten, maten en kwaliteiten. De vinificatie ervan gebeurt ten dele in traditionele grote (houten) vaten. Naast ongecompliceerde wijnen voor alledag biedt Riesling een rijke keuze aan predikaatwijnen (wijnen aangeduidt met het hoogste Duitse kwaliteitslabel 'Qualitätswein mit Prädikat' (QmP)). Bij de hogere kwaliteitsniveaus komen vaker zoete of edelzoete wijnen voor, terwijl ook heel wat Qualitäts- en Kabinettwijnen (vooral in de noordelijker gebieden) ter compensatie van de hoge zuurgraad met een beschaafd restzoet uitgebalanceerd wordt.

De typische Riesling heeft een bleekgele, naar groengeel tenderende kleur. In de geur domineren perzik of appel. De smaak wordt gekenmerkt door pittig zuur. Bij Rieslings van leisteenbodems spreekt men van een minerale toets. Sommige wijnen ruiken naar vuursteen, oudere wijnen hebben vaak een interessante petroleumtoon. De natuurlijke zuurgraad biedt een goed potentieel voor verwerking tot sekt (Duitste mousserende wijn). Edelzoete Beerenauslesen en Eisweine behoren tot de duurste Duitse wijnen in het buitenland. Rieslings moeten pas minimaal een jaar na de oogst gedronken worden. Vele bereiken hun optimale drinkrijpheid pas na enige jaren. Het bewaarpotentieel van topwijnen is bijna onbegrensd.

In het glas

Jonge, lichte Rieslingwijnen, naar smaak droog tot fruitig zoet, zijn ideale zomerwijnen (ik zou dit onderstrepen). Aan tafel zijn gerijpte Rieslings beter op hun plaats. Zelfs oudere (of predikaatwijnen, een 'Prädikat für Qualitätsweine') laten bij eten weer wat van hun jeugdigheid proeven. Droge tot halfdroge Rieslings passen goed bij lichte gerechten, gestoomde zee- en zoetwatervis, vlees met lichte sauzen en klein gevogelte. Halfdroge tot lieflijke Spätlesen harmoniëren goed met verse kaas. Fruitig zoete Spätlesen of edelzoete (bepaald type Oostenrijkse- en Duitse wij, letterlijk 'uitgelezen') zijn voortreffelijke begeleiders van fruitdesserts. Gerijpte edelzoete Auslesen en Beerenauslesen (Prädikat für Qualitätsweine) zijn optimale aperitieven bij feestelijke menu’s.